De titel is een quote uit mijn favoriete film Gladiator. Voor wie deze nog niet heeft gezien: ga ‘m kijken! Ik denk dat ik de film al wel minimaal 50 keer heb gezien. Ik droomde in 2000 al van een bezoek aan Rome. Enkele jaren geleden mocht het dan eindelijk zo zijn. Ik ben er een kleine week geweest en ik kan je vertellen dat ik nog steeds niet alles heb gezien. Dat terwijl ik iedere dag wel zo’n 20 kilometer heb gelopen.

Het oude Rome

De stad is één groot openluchtmuseum. De vasthoudendheid van Rome wordt het best geïllustreerd door de oude monumenten, die nog steeds opmerkelijk intact zijn gebleven. Gebouwd in 80 na Christus en misschien wel het meest bekende bouwwerk: het Colosseum. Toevallig ook het decor van mijn favoriete film. Je kunt je vast voorstellen dat ik hier dan ook heel graag naartoe wilde. Ik keek werkelijk waar mijn ogen uit.

Niet ver van het Colosseum is ook het wereldberoemde marktplein Forum Romanum, met niet te missen bezienswaardigheden zoals de Arco di Settimio Severo en de Tempio di Saturno. Een stukje omhoog en je komt op de Palatijn, waar Romulus de stad naar verluidt in 753 voor Christus heeft gesticht. Het uitzicht op de ruïnes van de stad is hier werkelijk waar een juweel.

Sint-Pietersbasiliek en de Vaticaanse musea

De Vaticaanse musea, opgericht in de 16e eeuw, herbergen een van de grootste en belangrijkste kunstcollecties ter wereld. Zijn werken - door de eeuwen heen verzameld van het pausdom en de katholieke kerk - zijn afkomstig van de oudheid tot de renaissance en daarbuiten. Met meer dan 20.000 tentoongestelde stukken en meer dan 14 kilometer aan museum, is het volkomen onmogelijk om alles te zien. Zo heb ik ook ervaren. Absolute aanrader is de Sixtijnse Kapel, opgeluisterd door Michelangelo's plafondfresco's en zijn Laatste Oordeel.

Nadat je al het moois van de Sixtijnse Kapel tot je hebt genomen, kun je naar nog een absoluut kroonjuweel van de stad: De Sint-Pietersbasiliek. Je kunt deze ‘beklimmen’ om ook nog eens van het uitzicht te genieten. Je moet wel een flink aantal trappen lopen en bovenin is er steeds minder ruimte en is er zelfs een wenteltrapje waar je je alleen aan een stuk touw kunt vasthouden. Er is een mogelijkheid om een gedeelte met de lift te gaan, maar ik zou zeggen: neem de volledige ervaring, de beloning is het meer dan waard, geloof me!

De weelderige basiliek regeert als de grootste ter wereld en heeft drie artistieke iconen van de bel paese: Michaelangelo's Pietà en koepel, en Bernini's bronzen baldakijn boven het pauselijke altaar.

Het historische centrum

Veel van de belangrijkste bezienswaardigheden van Rome liggen ineengedoken in het historische centrum en kunnen gemakkelijk na elkaar worden bezocht. Piazza di Spagna, waar de Fontana della Barcaccia van Bernini ligt en die aanleiding geeft tot de indrukwekkende Trinita di Monti-trap) is schitterend. De flitsende Trevi-fontein, een pronkstuk van de barok, bewijst een must: baan je een weg door de hindernisbaan van medebezoekers en gooi een munt in het golvende water zoals de traditie beveelt.

Piazza Navona bruist van straatverkopers en kunstenaars die zich verzameld hebben rond de Fontana dei Quattro Fiumi van Bernini. Slenter vanaf hier naar het Pantheon, het oudste monument van Rome. De 2000 jaar oude tempel die tot kerk is omgebouwd, verkeert nog steeds in een opmerkelijke staat. Een tip trouwens voor dergelijke bezoeken; zorg als vrouw dat je je schouders bedekt, bijvoorbeeld met een sjaal. Galleria Borghese (ongeveer een half uur lopen) waakt over een machtige kunstcollectie, met werken van Caravaggio, Raphael en Bernini in de hoofdrol. Ook ontlenen de tuinen zich bij uistek voor een mooie wandeling. Bankjes genoeg, dus je kunt tussendoor lekker uitrusten.

Eten en het zwarte goud

Het is geen geheim dat Rome een uitzonderlijke eetcultuur heeft - zorg er wel voor dat je de toeristische valstrikken ontwijkt. Voor de trouwe cucina romana (Romeinse keuken) kun je het beste naar Piatto Romano, Trattoria Lilli of La Tavernaccia. Cacio e pepe is eenvoud pur sang maar o zo lekker. Supplì in de wijk Trastevere slingert gloeiend hete fritti - gefrituurd straatvoedsel. Om de hoek staan ​​de lokale bevolking geduldig in de rij voor sublieme porchetta panini van Antica Norcineria Iacozzilli. Als je in Rome bent moet je natuurlijk ook een pizza eten. Bekijk vooral deze aflevering eens van The Pizza Show: 

Voor koffie moet je in Rome zijn. Bij ieder willekeurig koffiebarretje is de koffie geweldig maar mijn favoriet is Sant' Eustachio Il Caffè. De Romeinen zijn gewend om hun espresso aan de bar te drinken, dus als je op het terras wilt zitten dan is een kopje koffie iets duurder. Een cappuccino is mijn absolute go to koffie-variant, al vonden ze het gek dat ik dit ook na 12.00 nog dronk. Rare jongens die Romeinen.

Niet met een pen te beschrijven

Rome is eigenlijk niet te beschrijven op papier. Ik wil tegen iedereen eigenlijk zeggen: ga er naartoe, al is het maar voor een paar dagen. Het is een lust voor alle zintuigen. De stad Rome heeft mij tot in mijn kern op de kop gezet. Tot slot heb ik nog één boodschap voor de stad Rome: I will see you again. But not yet, not yet.

Wat is jouw favoriete stad? Of welke stad wil jij nog graag bezoeken? Laat het weten in de comments!